Klassieke muziek is toch voor iedereen?
Veel jongeren vinden klassieke muziek saai, stoffig en voor oude mensen. Dit lees en hoor je redelijk vaak. We kunnen hier lang over doorpraten, maar het is tijd voor een enorme doorbraak, een oplossing voor dit probleem.
Deze oplossing zal niet uit de jongeren zelf komen. De muzikanten zijn hier verantwoordelijk voor. Als zij op deze manier doorgaan, zullen ze verzekerd zijn van een steeds grotere impopulariteit onder jongeren.
Zoals hoogleraar kunstsociologie, Hans Abbing terecht opmerkt jaagt een klassiek concert door de concertetiquette schrik aan. Ook dreigt hij dat een klassiek concert langzaam steeds exclusiever en duurder zal worden. Dit betekend dat het nog minder toegankelijk wordt voor de jeugd. Hij luidt in zijn artikel ‘Die stijve sfeer maakt klassieke concerten onnodig zwaar’ de noodklok voor de klassieke concertpraktijk en ziet toekomst in staconcerten. Dat vind ik, als groot liefhebber van klassieke muziek een geweldig idee. Ik vind het belangrijk dat veel meer jongeren klassieke muziek leren waarderen. Ik wil de schoonheid van klassieke muziek met iedereen delen. Dat wil toch elke muzikant? Het is totaal niet eerlijk om muziek te delen een mensen van een bepaalde ‘status’. Klassieke muziek moet gelijkwaardig worden voor de hele samenleving. Klassieke muziek is voor iedereen!
Het moet dus veel laagdrempeliger gemaakt worden. Concreet kun je daarbij denken aan bijvoorbeeld ‘Klassiek in Paradiso’: beneden een kamerorkest, boven een ander ensemble, veel eigentijds repertoire en de mogelijkheid te staan en iets te consumeren.
Op Marleen’s blog las ik over het geweldige project wat het Muziekcentrum voor de Omroep (MCO) aanbiedt. Namelijk klassieke muziek in educatieve en interactieve vormen voor kinderen en jongeren. Het daarom belangrijk dat klassiek muzikanten inzetten voor zulke projecten. Zij zijn de bron en kunnen dit voor elkaar krijg. De media vormt hierin een geweldig middel toe. Verder pleit ik voor WVO - bezoeken die klassieke muzikanten tijdens hun opleiding moeten afleggen. Hier wordt een voorbeelden getoond om klassieke muziek voor iedereen te maken!
Deze column is geschreven door Gerrie Muller in het kader van mijn VO stage
De onderliggende stelling luidt: Klassieke muzikanten bepalen of klassieke muziek voor ieder is.
Bronnen:
1. Abbing, H.(2009) ‘Die stijve sfeer maakt klassieke concerten onnodig zwaar’ NRC-handelsblad.
2. Marleen’s blog
woensdag 2 juni 2010
Het ontstaan en de ontwikkeling van muziekonderwijs in het voortgezet onderwijs (essay)
"De muziek dient tot verstrooiing, tot opvoeding, tot aansporing van geest en hart en tot de bevrijding der ziel van de hartstochten ." zo sprak Aristoteles 25 eeuwen geleden. In essentie is er sindsdien niets veranderd. Muziek maakt een wezenlijk onderdeel uit van het menselijk bestaan. Dit bewijst zich o.a in de muziekeducatie, waar verstrooiing oftewel verspreiding door ‘kennis’overdracht en toepassing van ‘kunde’ plaatsvindt. Ook opvoeding en inspiratie van hart en geest oftewel ‘kick’ vindt plaats.
In dit essay wordt de muziekeducatie in het voortgezet onderwijs besproken. Hierbij wordt ingegaan op het ontstaan en de ontwikkeling. Vervolgens volgt hier een reactie op.
Ontstaan
Aan het begin van het Nederlandse onderwijs staan twee Nederlandse muziekpedagogen. Het zijn Willem Gehrels en Ad Heerkens. Willem Gehrels richtte in 1931 de eerste volksmuziekschool op. Hij wilde muzieklessen bereikbaar maken voor ieder kind, ongeacht rang of stand.
In het verlengde ligt Ad Heerkens. Hij kwam tot de doelstelling dat muziekonderwijs voor iedereen is, waarbij de wereld van het kind uitgangspunt moest zijn. Gehrels legde de nadruk op doen wat je kan en begrijpen wat je hoort, oftewel ‘kunde’. Heerkens vond ‘kick belangrijker’. Het liefst zag hij de leerlingen tijdens de muziekles uit hun dak gaan. Beide mannen hielden zich tevens bezig met kennis. Bij Gehrels ging het om de kennis van de historie der klassieke muziek. Bij Heerkens om de kennis van het muzikaal-maatschappelijk engagement .
Ontwikkeling
Zoals je hierboven hebt kunnen lezen is het muziekonderwijs in de jaren dertig ontstaan. In de muzieklessen werd aanvankelijk veel gezongen. Gehrels beoordeelde het Nederlandse volkslied als beste middel voor het ‘opvoeden tot muziek door middel van muziek’ .
Tijdens de tweede wereldoorlog stond de ontwikkeling van het muziekonderwijs op een laag pitje.
Na de Tweede Wereldoorlog, in de jaren vijftig propageert Carl Orff muziekinstrumenten, welke in de klas door alle leerlingen bespeeld konden worden. Hierbij moet je denken aan xylofoons, klokkenspelen, ritme-instrumentjes etc. Het musiceren kon beginnen. Op de instrumenten werden kleine motiefjes gespeeld.
In de jaren tachtig wordt in de muziekles popmuziek steeds gewoner. Luisteren, zingen en spelen van popmuziek is in de jaren negentig volstrekt normaal. Er zijn methodes als Muziek op Maat, Overal Muziek, Stemming en Intro waarin men dat kan vaststellen. Nog steeds wordt er veel gezongen.
Tegenwoordig wordt het muziekonderwijs verrijkt met andere muziekculturen. Deze educatie om de kinderen hun muzikale horizon te laten verbreden.
Verder bestaat het Nederlandse volk uit steeds meer verschillende culturen, waardoor je je niet meer kunt beperken tot het geven van alleen westerse muziek.
Wereldmuziek biedt t.o.v westers muziek andere positieve aspecten. Zo worden de meeste soorten wereldmuziek auditief aangeleerd. Hierdoor is ons notenschrift daarbij doorgaans onbekend. Auditief worden karakteristieke melodieën en ritmes spelenderwijs aangeleerd zonder dat er sprake is van te veel intellectualisme, specialisme en selectie .
Reactie op het ontstaan en de ontwikkeling van muziekeducatie in het VO
Ontstaan
De ‘kunde’ en ‘kick’ die Gehrels en Heerkins voor ogen hadden, zijn beide van groot belang. Het is zeer belangrijk dat je de leerlingen dingen laat doen die ze kunnen en ze laten begrijpen wat ze horen. Daartegenover staat ‘kick’, die je onlosmakelijk kunt zien van de ‘kunde’. Een goede docent streeft er naar de ‘kick’ te verbinden aan de ‘kunde’. Zonder ‘kick’ wordt de ‘kunde saai’. De leerlingen zullen ongemotiveerd de muzieklessen volgen.
Wel ‘kick’, maar geen ‘kunde’ gaat ten koste van de kwaliteit van de lessen.
Concluderend kom ik tot het volgende: In een goede muziekles moeten ‘kunde en kick’ gelijkwaardig zijn.
De beide muziekpedagogen, Gehrels en Heerkins hielden zich tevens bezig met ‘kennis’. Bij Gehrels ging het om de kennis van de historie der klassieke muziek. Bij Heerkens om de kennis van het muzikaal-maatschappelijk engagement.
Het is goed om kennis te krijgen hoe onze muzikale voorouders zich bezighielden met muziek. Hier kunnen we volgens mij veel van leren. Maar het is niet goed om je alleen te beperken tot het verleden. Kennis van de huidige maatschappij, die de muziek vormt is belangrijker. Het sluit aan bij de belevingswereld van de leerling.
Concluderend kom ik tot het volgende: In een goede muziekles wordt aandacht besteed aan de historie van de klassieke muziek. Hierin moeten verbanden worden gelegd naar de huidige maatschappij/muziek.
ontwikkeling
Aanvankelijk bestond een muziekles uit zingen. Het lied was uitgangspunt voor de te ontplooien muzikale activiteiten. Ook een activiteit als noten lezen stond in dienst van het zingen. De liederen die men zongen gingen over deugdzaamheid, orde, braafheid, godsvrucht en vaderlandsliefde .
Later was het mogelijk om te musiceren met de orff-muziekinstrumenten.
Job ter steege geeft in zijn artikel ‘U houdt het toch niet tegen’ over de orff-instrumenten zijn mening hierover. Ik vind deze zeer onterecht. Hij is zeer negatief over het gebruik van de orff-instrumenten. Het kost een hoop geld en verder vindt hij het een heel gedoe om iedereen tegelijk een klein motiefje te laten spelen wat eigenlijk nergens naar klinkt.
Ik vind de aanschaf van de orff-instrumenten juist een goede ontwikkeling. De leerlingen leren verschillende instrumenten kennen. Ze passen de theorie van het notenschrift toe op een instrument. Verder leren ze om samen te spelen. Ook worden de lessen afwisselender.
Wel is het belangrijk om een muziekles met instrumenten goed te organiseren. Dit betekend een goede voorbereiding vooraf.
Het belangrijk om in kleine stappen naar het bespelen van de instrumenten toe te werken. Hieronder een stappenplan, uitgaande van het bespelen van een xylofoon:
• De leerlingen krijgen een blad met een melodie.
• Het ritme van deze melodie wordt klassikaal geklapt.
• De melodie wordt klassikaal geneuried, waarbij zowel melodie als ritme juist geneuried wordt.
• Klassikaal wordt de melodie op notennamen in het juiste ritme en melodie gezongen.
• Op het bord staat een uitvergrootte xylofoon afgebeeld. Klassikaal wordt geoefend alsof een echte xylofoon wordt bespeeld
• De xylofoons worden uitgedeeld en de leerlingen gaan individueel aan de slag.
• Auditief kunnen de leerlingen het stuk al. Nu is het een kwestie van oefenen om de juiste noten de vinden op de xylofoon.
• Het stuk wordt klassikaal uitgevoerd.
Ik ben er van overtuigt dat als deze punten strikt worden nagevolgd er goede resultaten zullen ontstaan.
Tot slot:
In de jaren tachtig en negentig gebruikt men geen xylofoons e.d. meer. Integendeel met gebruikt keyboards, (bas)gitaren en drums. Een vooruitgang. Wat men op de xylofoons leerde, kan men nu toepassen op een keyboard. De manier van lesgeven veranderd niet.
Wel is het repertoire behoorlijk veranderd. Dit dankzij de opkomst van de popmuziek (en wereldmuziek). De leerlingen zijn er vol van. Hun hele leven wordt beïnvloedt door de popmuziek. De muziekles kan hierdoor geweldig bij de belevingswereld van een leerling aansluiten. Aansluiting vinden bij de belevingswereld lukt door middel van een muziekles die zich richt op de juiste kick, kunde en kennis!
Bronnenlijst
Artikels:
1. Steege, J. ter (2006) Cool. M&O
2. Steege, J. ter (2005) U houdt het toch niet tegen. M&O
Websites:
1. http://www.citaten.net/search.asp?citaat=Aristoteles+muziek&knop=Zoek
2. ttp://www.vaneisden.nl/html/downloads_muziek.htmlh
Scriptie:
1. Hartkamp, G.M (2005) Het muziekonderwijs in Nederland tijdens de 20e eeuw. Utrecht: Bachelorscriptie muziekwetenschap
In dit essay wordt de muziekeducatie in het voortgezet onderwijs besproken. Hierbij wordt ingegaan op het ontstaan en de ontwikkeling. Vervolgens volgt hier een reactie op.
Ontstaan
Aan het begin van het Nederlandse onderwijs staan twee Nederlandse muziekpedagogen. Het zijn Willem Gehrels en Ad Heerkens. Willem Gehrels richtte in 1931 de eerste volksmuziekschool op. Hij wilde muzieklessen bereikbaar maken voor ieder kind, ongeacht rang of stand.
In het verlengde ligt Ad Heerkens. Hij kwam tot de doelstelling dat muziekonderwijs voor iedereen is, waarbij de wereld van het kind uitgangspunt moest zijn. Gehrels legde de nadruk op doen wat je kan en begrijpen wat je hoort, oftewel ‘kunde’. Heerkens vond ‘kick belangrijker’. Het liefst zag hij de leerlingen tijdens de muziekles uit hun dak gaan. Beide mannen hielden zich tevens bezig met kennis. Bij Gehrels ging het om de kennis van de historie der klassieke muziek. Bij Heerkens om de kennis van het muzikaal-maatschappelijk engagement .
Ontwikkeling
Zoals je hierboven hebt kunnen lezen is het muziekonderwijs in de jaren dertig ontstaan. In de muzieklessen werd aanvankelijk veel gezongen. Gehrels beoordeelde het Nederlandse volkslied als beste middel voor het ‘opvoeden tot muziek door middel van muziek’ .
Tijdens de tweede wereldoorlog stond de ontwikkeling van het muziekonderwijs op een laag pitje.
Na de Tweede Wereldoorlog, in de jaren vijftig propageert Carl Orff muziekinstrumenten, welke in de klas door alle leerlingen bespeeld konden worden. Hierbij moet je denken aan xylofoons, klokkenspelen, ritme-instrumentjes etc. Het musiceren kon beginnen. Op de instrumenten werden kleine motiefjes gespeeld.
In de jaren tachtig wordt in de muziekles popmuziek steeds gewoner. Luisteren, zingen en spelen van popmuziek is in de jaren negentig volstrekt normaal. Er zijn methodes als Muziek op Maat, Overal Muziek, Stemming en Intro waarin men dat kan vaststellen. Nog steeds wordt er veel gezongen.
Tegenwoordig wordt het muziekonderwijs verrijkt met andere muziekculturen. Deze educatie om de kinderen hun muzikale horizon te laten verbreden.
Verder bestaat het Nederlandse volk uit steeds meer verschillende culturen, waardoor je je niet meer kunt beperken tot het geven van alleen westerse muziek.
Wereldmuziek biedt t.o.v westers muziek andere positieve aspecten. Zo worden de meeste soorten wereldmuziek auditief aangeleerd. Hierdoor is ons notenschrift daarbij doorgaans onbekend. Auditief worden karakteristieke melodieën en ritmes spelenderwijs aangeleerd zonder dat er sprake is van te veel intellectualisme, specialisme en selectie .
Reactie op het ontstaan en de ontwikkeling van muziekeducatie in het VO
Ontstaan
De ‘kunde’ en ‘kick’ die Gehrels en Heerkins voor ogen hadden, zijn beide van groot belang. Het is zeer belangrijk dat je de leerlingen dingen laat doen die ze kunnen en ze laten begrijpen wat ze horen. Daartegenover staat ‘kick’, die je onlosmakelijk kunt zien van de ‘kunde’. Een goede docent streeft er naar de ‘kick’ te verbinden aan de ‘kunde’. Zonder ‘kick’ wordt de ‘kunde saai’. De leerlingen zullen ongemotiveerd de muzieklessen volgen.
Wel ‘kick’, maar geen ‘kunde’ gaat ten koste van de kwaliteit van de lessen.
Concluderend kom ik tot het volgende: In een goede muziekles moeten ‘kunde en kick’ gelijkwaardig zijn.
De beide muziekpedagogen, Gehrels en Heerkins hielden zich tevens bezig met ‘kennis’. Bij Gehrels ging het om de kennis van de historie der klassieke muziek. Bij Heerkens om de kennis van het muzikaal-maatschappelijk engagement.
Het is goed om kennis te krijgen hoe onze muzikale voorouders zich bezighielden met muziek. Hier kunnen we volgens mij veel van leren. Maar het is niet goed om je alleen te beperken tot het verleden. Kennis van de huidige maatschappij, die de muziek vormt is belangrijker. Het sluit aan bij de belevingswereld van de leerling.
Concluderend kom ik tot het volgende: In een goede muziekles wordt aandacht besteed aan de historie van de klassieke muziek. Hierin moeten verbanden worden gelegd naar de huidige maatschappij/muziek.
ontwikkeling
Aanvankelijk bestond een muziekles uit zingen. Het lied was uitgangspunt voor de te ontplooien muzikale activiteiten. Ook een activiteit als noten lezen stond in dienst van het zingen. De liederen die men zongen gingen over deugdzaamheid, orde, braafheid, godsvrucht en vaderlandsliefde .
Later was het mogelijk om te musiceren met de orff-muziekinstrumenten.
Job ter steege geeft in zijn artikel ‘U houdt het toch niet tegen’ over de orff-instrumenten zijn mening hierover. Ik vind deze zeer onterecht. Hij is zeer negatief over het gebruik van de orff-instrumenten. Het kost een hoop geld en verder vindt hij het een heel gedoe om iedereen tegelijk een klein motiefje te laten spelen wat eigenlijk nergens naar klinkt.
Ik vind de aanschaf van de orff-instrumenten juist een goede ontwikkeling. De leerlingen leren verschillende instrumenten kennen. Ze passen de theorie van het notenschrift toe op een instrument. Verder leren ze om samen te spelen. Ook worden de lessen afwisselender.
Wel is het belangrijk om een muziekles met instrumenten goed te organiseren. Dit betekend een goede voorbereiding vooraf.
Het belangrijk om in kleine stappen naar het bespelen van de instrumenten toe te werken. Hieronder een stappenplan, uitgaande van het bespelen van een xylofoon:
• De leerlingen krijgen een blad met een melodie.
• Het ritme van deze melodie wordt klassikaal geklapt.
• De melodie wordt klassikaal geneuried, waarbij zowel melodie als ritme juist geneuried wordt.
• Klassikaal wordt de melodie op notennamen in het juiste ritme en melodie gezongen.
• Op het bord staat een uitvergrootte xylofoon afgebeeld. Klassikaal wordt geoefend alsof een echte xylofoon wordt bespeeld
• De xylofoons worden uitgedeeld en de leerlingen gaan individueel aan de slag.
• Auditief kunnen de leerlingen het stuk al. Nu is het een kwestie van oefenen om de juiste noten de vinden op de xylofoon.
• Het stuk wordt klassikaal uitgevoerd.
Ik ben er van overtuigt dat als deze punten strikt worden nagevolgd er goede resultaten zullen ontstaan.
Tot slot:
In de jaren tachtig en negentig gebruikt men geen xylofoons e.d. meer. Integendeel met gebruikt keyboards, (bas)gitaren en drums. Een vooruitgang. Wat men op de xylofoons leerde, kan men nu toepassen op een keyboard. De manier van lesgeven veranderd niet.
Wel is het repertoire behoorlijk veranderd. Dit dankzij de opkomst van de popmuziek (en wereldmuziek). De leerlingen zijn er vol van. Hun hele leven wordt beïnvloedt door de popmuziek. De muziekles kan hierdoor geweldig bij de belevingswereld van een leerling aansluiten. Aansluiting vinden bij de belevingswereld lukt door middel van een muziekles die zich richt op de juiste kick, kunde en kennis!
Bronnenlijst
Artikels:
1. Steege, J. ter (2006) Cool. M&O
2. Steege, J. ter (2005) U houdt het toch niet tegen. M&O
Websites:
1. http://www.citaten.net/search.asp?citaat=Aristoteles+muziek&knop=Zoek
2. ttp://www.vaneisden.nl/html/downloads_muziek.htmlh
Scriptie:
1. Hartkamp, G.M (2005) Het muziekonderwijs in Nederland tijdens de 20e eeuw. Utrecht: Bachelorscriptie muziekwetenschap
maandag 24 mei 2010
VO stage
Dag bezoekers,
Leuk dat je weer eens kijkt op mijn blog. De afgelopen tijd heb ik mijn tweede stage gelopen op het Bonifatius college te Utrecht. Hier gaf ik les aan leerlingen uit het eerste jaar van het havo/vwo.
Leuk dat je weer eens kijkt op mijn blog. De afgelopen tijd heb ik mijn tweede stage gelopen op het Bonifatius college te Utrecht. Hier gaf ik les aan leerlingen uit het eerste jaar van het havo/vwo.
dinsdag 5 januari 2010
Kortom: Credo..
Na aanleiding van het onderstaande stuk kom ik tot mijn credo, mijn geloof over wanneer je een goede docent bent. Een goede docent beschikt over een aantal dingen. Allereerst vind ik het belangrijk dat een goede docent zelf weet wat hij/zij wil en deze wil duidelijk over kan brengen. Dit gaat gepaard met consequent zijn. Vervolgens is het voor een muziekdocent heel belangrijk en onmisbaar dat je muzikaal bent en daar creatief mee om kunt gaan. Verder is het belangrijk dat je als docent het overzicht heb en betrokken ben bij de kinderen. Voor mij zijn deze punten op dit moment de belangrijkste punten die je een goede muziekdocent maakt.
Goede voornemens
De onderstaande leerpunten kwamen elke les weer terug en werden door de ervaring steeds beter. Bij de volgende stage weet ik nu al een beetje waar ik me in eerste instantie mee moet bezig houden. Allereerst ga ik laten zien wie ik ben. Dus ik laat zien wat ik wel en niet wil. Verder ga ik proberen zo consequent mogelijk te zijn. Ook ga ik proberen betrokken te zijn met de kinderen en zo snel mogelijk overzicht te hebben. Verder neem ik me voor de namen van de kinderen sneller onder de knie te krijgen. Het is namelijk veel directer en meer betrokken als je een kind met zijn naam kunt aanspreken.
Evaluerend bericht ter afsluiting
De afgelopen periode van stage op de basisschool bekijk ik als bijzondere leerzame periode. Mijn gevoel bij de allereerste gang naar de aangewezen basisschool was zeer benieuwend, nuchter en relaxed. Ik dacht: ik zie wel wat me gaat overkomen! En er overkwam me wel degelijk wat...
Bij de eerste lessen ging het voornamelijk om het observeren. Hoe is de klas, wie is wie, hoe geeft de juf les etc. Het was interessant om te zien hoe het er allemaal aan toe ging.
De klas kwam druk en onrustig op mij over. Ik was bijzonder benieuwd hoe ik met hen mijn eerste muziekles zou beleven. Het was een zeer bijzondere belevenis! Een les waarvan ik nu kan zeggen: zo moet ik het absoluut niet doen, maar waarvan ik ook veel heb geleerd!
Het plan in deze eerste les was dat de kinderen aan het eind van de les het hele ‘Bestellied’ van Herman van Veen konden zingen. Dit plan werd niet bepaald wenselijk gerealiseerd.
De reden waarom het plan niet bepaald wenselijk gerealiseerd werd, kwam allereerst doordat het een te lang lied was en de manier waarop ik het de kinderen wilde aanleren niet boeiend genoeg was. Het ging hen vervelen. Dat leidde ertoe dat ik moest laten zien wie ik was. Ik liet mezelf zien als een enthousiast iemand, maar ook iemand die niet precies wist wat ze wilde. Ik tolereerde wat in deze situatie intolerant was. De kinderen hadden dit snel door en speelden daarop in. Hierdoor besefte/leerde ik mijn eerste belangrijke persoonlijke leerpunt: Denk na over wat je wil en geef breng deze wil duidelijk over!
In verbinding met dit enorm belangrijke leerpunt staat consequentheid. Voor kinderen en voor jezelf is duidelijkheid erg belangrijk. Deze schep je door consequent te zijn.
Teruggekomen op de inhoud van mijn eerste les, trok ik samen met mijn stagebegeleider de conclusie dat de les boeiender en meer divers moesten worden. Mijn stagebegeleider achtte dit punt zeer hoog, waar ik achteraf heel blij om ben. Hierdoor werd ik er toe gezet mijn creativiteit op een hoog toerental te laten werken, wat steeds beter uitpakte.
De creativiteit/ideeen hingen samen met de ideeen vanuit de klas. Hoe meer ik de klas kende, hoe meer ik kon inspelen op onderdelen die zij boeiden. Zo kwam ik erachter ze spelen van ritmes en het luisteren naar muziek erg leuk vonden.
Een volgend belangrijk leerpunt was en is ‘overzicht’. In deze eerste les beschikte ik hier maar zeer weinig over. Ik was nog erg bezig met mezelf en met mijn les. Hierdoor lette daardoor niet goed op de kinderen. Ik stond eigenlijk alleen mijn les af te draaien. In de loop van de lessen heb ik overzicht steeds meer en meer gekregen. Dit gevoel is voor de kinderen en voor jezelf zeer prettig. Er is contact. Dit is nodig voor een goede samenwerking.
Bij de eerste lessen ging het voornamelijk om het observeren. Hoe is de klas, wie is wie, hoe geeft de juf les etc. Het was interessant om te zien hoe het er allemaal aan toe ging.
De klas kwam druk en onrustig op mij over. Ik was bijzonder benieuwd hoe ik met hen mijn eerste muziekles zou beleven. Het was een zeer bijzondere belevenis! Een les waarvan ik nu kan zeggen: zo moet ik het absoluut niet doen, maar waarvan ik ook veel heb geleerd!
Het plan in deze eerste les was dat de kinderen aan het eind van de les het hele ‘Bestellied’ van Herman van Veen konden zingen. Dit plan werd niet bepaald wenselijk gerealiseerd.
De reden waarom het plan niet bepaald wenselijk gerealiseerd werd, kwam allereerst doordat het een te lang lied was en de manier waarop ik het de kinderen wilde aanleren niet boeiend genoeg was. Het ging hen vervelen. Dat leidde ertoe dat ik moest laten zien wie ik was. Ik liet mezelf zien als een enthousiast iemand, maar ook iemand die niet precies wist wat ze wilde. Ik tolereerde wat in deze situatie intolerant was. De kinderen hadden dit snel door en speelden daarop in. Hierdoor besefte/leerde ik mijn eerste belangrijke persoonlijke leerpunt: Denk na over wat je wil en geef breng deze wil duidelijk over!
In verbinding met dit enorm belangrijke leerpunt staat consequentheid. Voor kinderen en voor jezelf is duidelijkheid erg belangrijk. Deze schep je door consequent te zijn.
Teruggekomen op de inhoud van mijn eerste les, trok ik samen met mijn stagebegeleider de conclusie dat de les boeiender en meer divers moesten worden. Mijn stagebegeleider achtte dit punt zeer hoog, waar ik achteraf heel blij om ben. Hierdoor werd ik er toe gezet mijn creativiteit op een hoog toerental te laten werken, wat steeds beter uitpakte.
De creativiteit/ideeen hingen samen met de ideeen vanuit de klas. Hoe meer ik de klas kende, hoe meer ik kon inspelen op onderdelen die zij boeiden. Zo kwam ik erachter ze spelen van ritmes en het luisteren naar muziek erg leuk vonden.
Een volgend belangrijk leerpunt was en is ‘overzicht’. In deze eerste les beschikte ik hier maar zeer weinig over. Ik was nog erg bezig met mezelf en met mijn les. Hierdoor lette daardoor niet goed op de kinderen. Ik stond eigenlijk alleen mijn les af te draaien. In de loop van de lessen heb ik overzicht steeds meer en meer gekregen. Dit gevoel is voor de kinderen en voor jezelf zeer prettig. Er is contact. Dit is nodig voor een goede samenwerking.
maandag 7 december 2009
Welkom, BO stage
Ha mensen!!
Leuk dat je even op mijn blog kijkt!
Deze blog gaat over mijn ervaringen die ik opdoe in mijn stage's
Mijn allereerste stage loop ik op 'de' basisschool midden in Utrecht, genaamd 'de Twijn'.
Op deze school geef ik les aan de leerlingen van groep 5.
Leuk dat je even op mijn blog kijkt!
Deze blog gaat over mijn ervaringen die ik opdoe in mijn stage's
Mijn allereerste stage loop ik op 'de' basisschool midden in Utrecht, genaamd 'de Twijn'.
Op deze school geef ik les aan de leerlingen van groep 5.
Abonneren op:
Posts (Atom)